top of page

De Klassieke Minnaar

  • kokdik69
  • 6 dec 2021
  • 5 minuten om te lezen

Ik had een tijdje een vriendin. Hannah heette ze. Zo’n meid die je tegenkomt op je voorjaarsvakantie in Twente. Op het land met tuinbroek aan en een schop in haar handen. Qua uiterlijk dan. Goed paar heupen, lekker lang en geen greintje tut in haar ogen. Haar karakter was een heel ander verhaal. Verfijnd. Etiquette tijdens het eten. Dat soort onzin. Etiquette plak je maar op je flessen wijn, zei mijn pa altijd. Dan had hij meestal zijn ellebogen op tafel en smakte hij zo luid dat je de buurvrouw kon horen kreunen. Maar goed, Hannah was dus ook helemaal lyrisch voor klassieke muziek. Ze werkte bij het muziekgebouw en ze wilde me wel eens meenemen naar zo’n klassiek concert. “Wat vind je mooi?”, vroeg ze. “Piano’s vind ik wel mooi”, zei ik. “Van die vleugels.” Kan ik misschien nog ff mijn ogen dicht doen, dacht ik. Want met zo’n heel orkest gaat dat natuurlijk van z’n lang zal zijn leven niet. “Ooooh, dan neem ik je mee naar Hannes Minnaar. Die speelt volgende week!” “Schat”, zeg ik, “Ik wil wel eens zien wat die Minnaar uit zijn vingers schudt. Een beetje culturele opvoeding op mijn leeftijd kan geen kwaad nog niet.”


Dus een week later stond ik, in mijn beste overhemd, voor het muziekgebouw te wachten op mijn Hannah. Ondertussen druppelden de overrijpe vrouwen naar binnen. Meestal met een grijze vent aan hun arm. Van die mannen waar het vuur in hun ogen lang geleden gedoofd is. De geur die er hing deed me denken aan een combinatie van oud tapijt en dure wc verfrisser. Soms liep zo’n vrouw alleen en de schalkse blikken mijn kant op waren verre van schaars. Af en toe gaf ik een knipoog terug en dan verscheen er een blos op hun wangen die zelfs de dikste laag blush niet kon verbergen. Hannah was van te voren ergens gaan eten met een van haar collega’s maar kwam al snel mijn kant op. Ze haalde de gratis kaarten op en we gingen naar binnen, waar de rijpe vrouwen walm zijn hoogtepunt bereikte. Hannah moest nog ff op kantoor zijn, wat mij de gelegenheid gaf om nog snel te piesen. Dat concert zou tweeëneenhalf uur duren en het leek me onaanvaardbaar, dat mijn eerste klassieke ervaring zou worden verstoord door een overvolle blaas. Het eerste wat me opviel op de toiletten was een vent die zijn kunstgebit aan het schoonmaken was. Het tweede wat me opviel was de omvang van de ruimte. Dit was niet de little boys room; dit was de big mens suite. Ik voelde me meteen thuis. Ik was de laatste die aansloot en ik was de eerste die klaar was. Toen ik klaar was (handen gewassen en al), liep ik weer terug, waar Hannah al op me stond te wachten. “Kom, we gaan naar onze plekken. De gong is al gegaan. Het gaat zo beginnen.” Twee trappen, drie deuren en een hoop gesteun en gekreun van ouwelui die op moesten staan later zaten we. Ondertussen had ik nog een programmablaadje van een duidelijk demente bejaarde mee weten te grissen. Bach, Brahms, Faulier en Ravel stond er op het papiertje. Met een pauze tussen Brahms en Faulier. Kunnen die toiletbezoekers van net het zo nog een keer proberen, dacht ik met een grijns. “Ssssht, het gaat beginnen.” Hannes kwam het podium op, maakte een soort rare buiging en ging achter zijn vleugel zitten.


Zo ging er een half uur voorbij, terwijl de noten me om de oren vlogen. En ik moet zeggen, ik vond het werkelijk mooi. Het was bijna hypnotiserend om naar zo’n man en zijn piano te kijken en te luisteren. Af en toe deed ik even mijn ogen dicht, omdat ik eens had gelezen dat blinden beter kunnen horen, maar na een minuut of veertig begon ik me een beetje jolig te voelen. Misschien was het de muziek van Brahms maar de verborgen humor in de zaal was onmiskenbaar. Ik boog me voorzichtig naar Hannah en fluisterde in haar oor: “is die blaasontsteking van je al over of is het vanavond weer vroeg slapen gaan?” Hannah keek me verschrikt aan maar, als de prachtmeid die ze is, schoot vervolgens in de lach. Nou ben ik nooit zo’n goede fluisteraar geweest en omdat Hannah ook nog in de lach schoot kreeg ik meteen een ferme tik op mijn schouder. Ik draaide me en zag het kunstgebit mannetje van het toilet. Hij keek boos en net toen hij ‘ssssht’ wilde sissen kwam er duidelijk een hoestbui bij hem op, waardoor zijn kunstgebit over mijn rechterschouder richting het podium vloog. Hannes, die net in de overgang van partituren zat, hoorde het gebit nog geen halve meter van hem vandaan het podium op kletteren. Verdwaasd keek hij op, zijn mondhoeken krulde om en vervolgens schoot hij in zo’n hysterische lach dat de vrouw links naast me verschrikt haar gehoorapparaat uittrok. Het concert moest voor tien minuten onderbroken worden waardoor de mannen maar weer plichtsgetrouw naar het toilet sjokte.


Toen Minnaar weer enigszins was bij gekomen, ging het concert verder. Het einde van Brahms deed me echt helemaal niks, waardoor ik maar mijn hand op de linkerbeen van Hannah legde en zachtjes begon te wrijven. Weer die tik op mijn schouder. Ik draaide me om en het kunstgebit keek nu echt heel boos. “Wil je daar heel snel mee ophouden?”, siste hij, met zijn lippen stevig tegen zijn tanden gedrukt. “Nee”, zei ik en ik drukte mijn hand demonstratief in Hannah haar kruis en begon nog heftiger te wrijven. Ik weet niet hoe hij het voor elkaar kreeg maar binnen twee minuten stond er zo’n boom van een kerel naast me. Duidelijk geen publiek, dacht ik nog. “Zou u het pand onmiddellijk willen verlaten meneer?”, begon de boom. Negeren is het beste, zei ik tegen mezelf. Minnaar speelde nog steeds en ik sloot maar weer mijn ogen. Ik begon daadwerkelijk weer van de muziek te genieten. Na vijf minuten stond die boom daar nog steeds en had hij al een aantal keer in minder vriendelijke bewoordingen gezegd dat ik op moest rotten. Ik begon zachtjes met de muziek mee te neuriën. Fauvier was begonnen en dat vond ik echt prachtig. Ook Minnaar was, ondanks het kunstgebit incident van even geleden, weer helemaal in zijn element. Zijn vingers gleden over de toetsen als een baby over een glijbaan: wild maar instinctief. Terwijl het muziekstuk langzaam naar een hoogtepunt toewerkte, begon de beveiliger naast me zijn toon te verheffen, op het dreigende af. Nu moet ik ingrijpen dacht ik: “Zeg meneer, zout u zo vriendelijk willen zijn om ergens anders te gaan staan schreeuwen? We proberen hier van de muziek te genieten.” Nou, toen had hij het niet meer. Hij pakte me bij mijn schouder en begon aan me te trekken. Nu zet ik mijn troef in, dacht ik. “Maar meneer, mijn vriendin werkt hier! Hannah, zeg jij er nou ff wat van.” Hannah draaide haar hoofd een kwartslag naar de boom en zei met droge ogen: “ik ken die hele kerel niet hoor meneer. U kunt hem gewoon meenemen.”




 
 
 

Opmerkingen


  • Instagram - White Circle
  • White Facebook Icon

© 2020 KokDik

bottom of page