De Mandarijn
- kokdik69
- 2 nov 2020
- 1 minuten om te lezen
De mandarijn had er genoeg van, dat zei hij ook. De mandarijn zei: “Ik heb er genoeg van”, en pakte zijn koffers nadat hij zijn kamer zorgvuldig leeg gemaakt had en zijn spullen gepakt had: hij pakte de bus. In de bus keek niemand hem aan. Het glas waardoor hij naar buiten keek was een reflectie van hoe hij zich voelde: halfleeg. Ook al kon een busraam niet halfleeg zijn, klampte hij zich vast aan de gedachten dat wanneer hij het busraam naar beneden had kunnen draaien, hij het gedaan had. Een fysieke verduidelijking van de door hem gekozen metafoor om duidelijk te maken dat hij zich niet vol voelde, maar halfleeg.
Na een tweede onopgemerkte vuiststoot op het raam (puur om de aandacht te trekken
van de kiwi die op de rij naast hem, niet naar hem keek) raakte zijn hand een mechaniek die hij niet eerder opgemerkt had. Na er wat aan te draaien stond het raam nu halfleeg. Nu de symboliek voor zijn niet halfvolle, maar halflege bestaan een feit was, keek hij tevreden het raam uit: een breuk in zijn karakter.
De mandarijn baalde. Hij was nu niet alleen slecht in gelukkig zijn, het ongeluk was schijnbaar evenmin voor hem weggelegd.




Opmerkingen